Een chirurgische ingreep is bedoeld om een hersentumor geheel of gedeeltelijk te verwijderen. Het is de standaardbehandeling voor hersenkanker, op voorwaarde dat de locatie van de tumor de ingreep toelaat. Tal van ontwikkelingen op het gebied van medische beeldvorming en door computer en/of robotica ondersteunde chirurgische technieken leiden ertoe dat operaties steeds nauwkeuriger kunnen worden verricht, wat mogelijke bijwerkingen beperkt.
Een operatie kan ook dienen om de tumor te verkleinen en de druk in de schedel te doen afnemen. Een schedel kan niet uitzetten en de groei van een tumor kan een te grote druk veroorzaken op vitale delen van de hersenen, wat kan leiden tot een coma of de dood.
Het is niet altijd aangewezen om een chirurgische ingreep uit te voeren, met name als de tumor goedaardig is, langzaam groeit, weinig symptomen veroorzaakt of zich op een locatie bevindt die de ingreep te riskant zou maken of ernstige bijwerkingen met zich mee kan brengen.
Bij de behandeling van hersenkanker kan bestraling na een operatie, als aparte therapie of in combinatie met chemotherapie worden toegepast.
Recente, uiterst nauwkeurige radiotherapietechnieken worden steeds vaker gebruikt om hersenkanker te behandelen. Zo maakt stereotactische radiochirurgie gebruik van Gamma Knife- of protonentherapie, die tot doel heeft de hersentumor te elimineren en tegelijkertijd de impact op aangrenzende neuronale weefsels tot een minimum te beperken.
Chemotherapie maakt gebruik van medicatie die kankercellen doodt.
In het geval van een hersentumor wordt het toepassen van chemotherapie beperkt door het vermogen van de medicatie om de hersenen te bereiken. Slechts bepaalde moleculen kunnen de bloed-hersenbarrière, een laagje cellen rond de bloedvaten in de hersenen, passeren. De functie van deze verdedigingslinie bestaat erin de hersenen te beschermen tegen potentieel giftige moleculen en ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen en parasieten.
Chemotherapie kan als aparte behandeling of in combinatie met radiotherapie worden toegepast, maar kan ook vóór of na een chirurgische ingreep plaatsvinden. Ervoor kan de therapie de tumor verkleinen, erna de resterende kankercellen elimineren.
Worden chemotherapie en radiotherapie met elkaar gecombineerd, dan is het mogelijk om ze gelijktijdig uit te voeren en is er sprake van radiochemotherapie. Maar chemotherapie kan ook na radiotherapie worden toegepast.
Doelgerichte therapieën behoren tot de precisiegeneeskunde.
Hierbij valt medicatie kankercellen aan door selectief bepaalde belangrijke stappen in hun functioneren te verstoren. Deze therapieën zijn echter niet effectief bij alle tumoren. Vóór het toepassen ervan voert de arts een tumorprofilering uit, waarbij hij bepaalt welke medicatie doeltreffend is voor de kankercellen van de bewuste tumor.
Deze relatief nieuwe behandeling van hersenkanker houdt het gebruik in van een niet-invasief draagbaar apparaat en veroorzaakt weinig bijwerkingen. Op de schedel van de patiënt worden elektroden geplaatst. Ze genereren een elektrisch veld dat de groei van de tumor verstoort en selectief de vernietiging van kankercellen veroorzaakt. Het is een alternatieve therapie die kan worden toegepast bij bepaalde patiënten met een glioom, een hersentumor die ontstaat uit de gliacellen of steuncellen van de hersenen.