Bij primaire botkanker is er sprake van een tumor die begint in het bot. Deze tumor bestaat uit een opeenstapeling van abnormale cellen, die zich ongecontroleerd vermenigvuldigen. De kanker ontstaat in bot- of kraakbeencellen.
Kankercellen kunnen uit de oorspronkelijke tumor ontsnappen en zich verspreiden naar andere organen (bijvoorbeeld longen), waar ze metastases of uitzaaiingen vormen.
Deze uitzaaiingen bestaan uit kankercellen uit het bot. Daarom moeten ze worden behandeld als botkanker.
Uitzaaiingen kunnen in het bot ontstaan vanuit een tumor in een ander orgaan. Dan speekt men van secundaire botkanker of botmetastasen.
Hoewel er bij de meeste botkankers geen verband is met een bekende risicofactor, zijn er wel factoren die het risico kunnen verhogen.
Voorlopig zijn er, afgezien van beschermende maatregelen tegen ioniserende straling, geen preventiemaatregelen bekend tegen botkanker.
Zich beschermen tegen ioniserende straling
Blootstelling aan ioniserende straling zoals röntgenstraling en radioactieve neerslag moet tot een minimum worden beperkt. Mensen die beroepshalve aan deze straling worden blootgesteld, moeten geschikte beschermingsmiddelen gebruiken.
Medische opvolging
Vroege opsporing van botkanker biedt de beste kans op een succesvolle behandeling. Daarom is het aangeraden dat mensen met een verhoogd risico als gevolg van een eerdere behandeling, een botaandoening of een genetische aanleg met hun arts bespreken welke maatregelen moeten worden getroffen voor de medische opvolging.
Een bottumor zet druk op gezond botweefsel en kan dit vernietigen, wat de volgende symptomen kan veroorzaken:
In zeldzame gevallen kunnen andere algemene symptomen optreden:
Deze symptomen zijn niet specifiek voor botkanker. Ze kunnen een teken zijn van andere, vaak onschuldige, problemen. Merk je een of meer van deze symptomen op, raadpleeg dan je arts.
Meer weten over diagnostisch onderzoek naar botkanker:
Afhankelijk van het type botkanker, de locatie van de tumor en het stadium waarin de ziekte zich bevindt, zijn er voor de behandeling verschillende opties mogelijk:
Tijdens alle stadia van de behandeling en bij het streven naar een blijvend herstel staat de levenskwaliteit van de patiënt op de lange termijn voorop.
Dat geldt ook op de korte en middellange termijn zodra de ziekte chronisch wordt. In het stadium van de palliatieve zorg, wanneer de ziekte niet meer onder controle te krijgen is, heeft levenskwaliteit absolute prioriteit.
In al deze gevallen zet het medisch team al zijn knowhow in om de levenskwaliteit zo goed mogelijk te bewaken.
Meer informatie over palliatieve zorg en levenseinde.
Het doel van elke behandeling is om kankercellen te vernietigen. Helaas kunnen hierbij ook gezonde cellen worden beschadigd en bijwerkingen worden veroorzaakt. Deze bijwerkingen kunnen sterk van elkaar verschillen, afhankelijk van de behandeling en de patiënt.
In elk geval is het aangeraden om je arts te vragen aan welke nevenwerkingen je je kan verwachten en waar je op moet letten.
Chirurgie
Als amputatie niet kan worden vermeden, kan het plaatsen van een prothese of meerdere protheses een oplossing bieden.
Omdat de botten van kinderen nog groeien, kunnen er aanpasbare gewrichtsprotheses worden aangemeten. Deze vereisen verschillende ingrepen om de lengte aan te passen naarmate het kind groter wordt.
Ongeacht de omvang van de operatie kan fysiotherapie worden voorgeschreven om de patiënt te helpen weer maximale mobiliteit te krijgen.
De oncologisch zorgcoördinator is een verpleegkundige, gespecialiseerd in kanker, die zorgt voor de praktische uitvoering van de door het multidisciplinair team voorgeschreven behandeling en die de patiënt de hele duur van zijn of haar zorgtraject in het ziekenhuis begeleidt.
Tijdens je behandeling is de oncologisch zorgcoördinator je belangrijkste aanspreekpunt. Hij/zij maakt integraal deel uit van je zorgteam, woont al je consultaties bij en coördineert al je afspraken. Je zorgcoördinator is makkelijk bereikbaar, telefonisch of via e-mail, om je vragen te beantwoorden.
Follow-up na de behandeling
Na de behandeling is het van belang dat je gezondheidstoestand wordt opgevolgd. Je krijgt een persoonlijk schema van consultaties en aanvullende onderzoeken (bloedonderzoek, beeldvorming…). Die gebeuren in het begin op regelmatige basis, maar vervolgens geleidelijk minder frequent. Als er tussen twee controles nieuwe aandoeningen of symptomen optreden, is het aangeraden zo snel mogelijk je arts op de hoogte te brengen.
Genezing of remissie?
Remissie betekent een vermindering of volledige verdwijning van tekens die wijzen op de aanwezigheid van kanker. Als alle symptomen zijn verdwenen, is er sprake van volledige remissie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de aandoening volledig en permanent voorbij is. Mogelijk hebben sommige kankercellen het overleefd en zijn ze te klein om te worden gedetecteerd. Maar ze kunnen wel het begin zijn van een toekomstige herval. Pas als er nog een extra periode is overbrugd, waarbij medische onderzoeken geen enkele afwijking of kankercel meer kunnen detecteren, is er sprake van genezing. De duur van deze periode hangt af van het kankertype.
Hoe lang moet je wachten op blijvende genezing?
Gemiddeld duurt het vijf jaar voor een kankerpatiënt die geen behandeling meer nodig heeft, genezen wordt verklaard. Maar voor sommige kankertypes kan dat al vroeger gebeuren, terwijl er in zeldzame gevallen na vijf jaar toch nog herval mogelijk is. De algemene regel is dat hoe langer een remissie duurt, hoe groter de kans wordt op blijvende genezing.
Botkanker is de 38e meest voorkomende kanker in België .
In 2021, zijn 80 personen overleden ten gevolge van deze kanker in België.
Deze cijfers zijn gemiddelden. De individuele prognose hangt af van het stadium waarin de ziekte zich bevindt bij diagnose.