Zowel mondholte- als orofaryngeale kanker ontstaat wanneer abnormale cellen zich op een ongecontroleerde manier gaan vermenigvuldigen. Hierdoor wordt een tumor gevormd. Mondholtekanker kan de slijmvlieslaag van verschillende anatomische structuren van de mond, zoals lippen en tandvlees, aantasten. Orofaryngeale kanker ontwikkelt zich in de orofarynx, het centrale deel van de keel, net achter de mondholte, en zichtbaar als de mond wijdopen is.
Kankercellen kunnen uit de oorspronkelijke tumor ontsnappen en geleidelijk andere weefsels binnendringen. Mogelijk koloniseren ze dan lymfeklieren in de nek, botten of organen zoals longen en lever. Deze uitzaaiingen noemt men metastasen. Vermits ze bestaan uit kankercellen van de mond- of keelholte, moeten ze worden behandeld als mondholte- of orofaryngeale kanker.
Het risico op mondholte- en orofaryngeale kanker wordt sterk verhoogd door twee belangrijke factoren: tabak en alcohol. Infectie met bepaalde humaan papillomavirussen (HPV) kan ook verantwoordelijk zijn voor sommige van deze kankertypes, vooral bij jongere mensen.
De voornaamste risicofactoren:
Er zijn doeltreffende maatregelen om het risico op mondholte- en orofaryngeale kanker sterk te verminderen.
De beste manier om zich te beschermen tegen mondholte- en orofaryngeale kanker is niet beginnen met roken of stoppen met roken, en elk contact met sigarettenrook en pruimtabak te vermijden. Het is ook aangeraden om geen alcohol te gebruiken.
Vaccinatie tegen HPV bij jonge meisjes en jongens vermindert het risico op verschillende soorten kanker, waaronder mondholte- en orofaryngeale kanker.
Meer weten over vaccinatie tegen HPV.
Er zijn verschillende symptomen die kunnen worden veroorzaakt door mondholte- en orofaryngeale kanker:
Let wel, deze symptomen zijn niet specifiek voor mondholte- of orofaryngeale kanker. Ze kunnen een teken zijn van andere, vaak goedaardige, gezondheidsproblemen. Als je een of meer van deze symptomen opmerkt, raadpleeg dan je arts of tandarts.
Mondholte- en orofaryngeale kanker wordt niet systematisch gescreend bij de algemene bevolking.
Zijn er afwijkingen of symptomen, dan kan je arts diagnostische tests voorschrijven, bijvoorbeeld een bloedonderzoek of medische beeldvorming.
Als deze onderzoeken de aanwezigheid van kanker bevestigen, volgt een aanvullend onderzoek om de exacte aard en omvang van de ziekte te bepalen. Deze informatie is essentieel om voor de best mogelijke behandeling te kunnen kiezen.
Een gespecialiseerd multidisciplinair medisch team bepaalt voor elke patiƫnt welke de best mogelijke behandeling is. De keuze hiervan hangt af van het kankertype en het stadium waarin de ziekte zich bevindt, maar ook van de algemene gezondheidstoestand van de patiƫnt en, voor zover mogelijk, van zijn of haar voorkeur.
Tijdens alle stadia van de behandeling en bij het streven naar een blijvend herstel staat de levenskwaliteit van de patiƫnt op de lange termijn voorop.
Dat geldt ook op de korte en middellange termijn zodra de ziekte chronisch wordt. In het stadium van de palliatieve zorg, wanneer de ziekte niet meer onder controle te krijgen is, heeft levenskwaliteit absolute prioriteit.
In al deze gevallen zet het medisch team al zijn knowhow in om de levenskwaliteit zo goed mogelijk te bewaken.
Het doel van elke behandeling is om kankercellen te vernietigen. Helaas kunnen hierbij ook gezonde cellen worden beschadigd en bijwerkingen worden veroorzaakt. Deze bijwerkingen kunnen sterk van elkaar verschillen, afhankelijk van de behandeling en de patiƫnt.
In elk geval is het aangeraden om je arts te vragen aan welke nevenwerkingen je je kan verwachten en waar je op moet letten.
Meer weten over nevenwerkingen.
De oncologisch zorgcoƶrdinator (OZC) is een verpleegkundige, gespecialiseerd in kanker, die zorgt voor de praktische uitvoering van de door het multidisciplinair team voorgeschreven behandeling en die de patiƫnt de hele duur van zijn of haar zorgtraject in het ziekenhuis begeleidt.
Tijdens je behandeling is de oncologisch zorgcoƶrdinator je belangrijkste aanspreekpunt. Hij of zij maakt integraal deel uit van je zorgteam, woont al je consultaties bij en coƶrdineert al je afspraken. Je zorgcoƶrdinator is makkelijk bereikbaar, telefonisch of via e-mail, om je vragen te beantwoorden.
Na de behandeling is het van belang dat je gezondheidstoestand wordt opgevolgd. Je krijgt een persoonlijk schema van consultaties en aanvullende onderzoeken (bloedonderzoek, beeldvormingā¦). Die gebeuren in het begin op regelmatige basis, maar worden vervolgens geleidelijk minder frequent. Als er tussen twee controles nieuwe aandoeningen of symptomen optreden, is het aangeraden zo snel mogelijk je arts op de hoogte te brengen.
Remissie betekent een vermindering of volledige verdwijning van tekens die wijzen op de aanwezigheid van kanker. Als alle symptomen zijn verdwenen, is er sprake van volledige remissie. Dat betekent niet noodzakelijk dat de aandoening volledig en permanent voorbij is. Mogelijk hebben sommige kankercellen het overleefd en zijn ze te klein om te worden gedetecteerd. Maar ze kunnen wel het begin zijn van een toekomstige herval. Pas als er nog een extra periode is overbrugd, waarbij medische onderzoeken geen enkele afwijking of kankercel meer kunnen detecteren, is er sprake van genezing. De duur van deze periode hangt af van het kankertype.
Gemiddeld duurt het vijf jaar voor een kankerpatiƫnt die geen behandeling meer nodig heeft, genezen wordt verklaard. Maar voor sommige kankertypes kan dat al vroeger gebeuren, terwijl er in zeldzame gevallen na vijf jaar toch nog herval mogelijk is. De algemene regel is dat hoe langer een remissie duurt, hoe groter de kans wordt op blijvende genezing.
Als de behandeling van tongkanker een volledige of gedeeltelijke verwijdering van de tong vereist, spreekt men van totale of partiƫle glossectomie. In dat geval kan de patiƫnt moeite hebben met eten en spreken. Voedsel wordt niet langer ter hoogte van de tanden vastgehouden en er is een groter risico op zijwaarts slikken, waardoor voedsel in de luchtwegen terechtkomt. Om dit te voorkomen is vaak een tongreconstructie nodig.
Ja, als de partner besmet is met bepaalde stammen van het humaan papillomavirus (HPV). Orale seks verhoogt het risico op overdracht van deze virussen.
Helaas wel. De belangrijkste risicofactoren zoals tabak, alcohol en het humaan papillomavirus kunnen ook kanker in andere delen van het lichaam veroorzaken, zoals van de stembanden, slokdarm en longen. Daarom kunnen, wanneer mondholte- of orofaryngeale kanker wordt vastgesteld, medische onderzoeken worden uitgevoerd die met andere risico-organen verband houden.